TEXTS

Scroll down for printer friendly version

OPAQUE TRANSPARENCY

De werken in de tentoonstelling Opaque transparency, hebben een aantal eigenschappen gemeen. Ze zijn monochroom. Ze bieden een minimum aan visuele informatie. Ze bewegen zich tussen schilderij en object. Ze zijn conceptueel: ze bevragen de traditionele functie en betekenis van het schilderij. Ze bevragen ook de betekenis van het zichtbare. Daarom zijn ze boven alles visueel. Ze komen voort uit de waarneming van de zichtbare werkelijkheid en nodigen tot waarnemen uit.

De werken bieden geen voorstelling, noch een venster op een werkelijkheid buiten. En hoewel ze onherroepelijk gemaakt zijn, tonen ze haast geen sporen van de aanwezigheid van een maker. Ze tonen vorm, kleur, formaat en materiaal. Het zijn objecten, die hun plaats innemen in de ruimte. Ze zijn wat ze zijn. Wie zich een tijdje ophoudt bij de werken en zich aandachtig verplaatst van rood naar diepzwart, van aluminium naar linnen, van minuscuul naar monumentaal, zal ervaren dat juist in dit eenvoudig aanwezig-zijn van de werken hun betekenis bestaat. De werken zijn wat ze zijn – en toch zijn ze meer.

Wat is nu dat ‘meer’? Het wordt gedragen in de beeldende eigenschappen van de werken, maar je kunt het niet benoemen. Het is niet het rood, en toch is het in het rood aanwezig. Niet het aluminium, en toch wordt het door het aluminium opgeroepen. Het is niet het formaat en toch wordt het door het formaat veroorzaakt. Dit raadselachtige ‘meer’ is de visuele betekenis van het werk, die zich stilzwijgend aan ons voordoet.

Je zou het de poëzie van het beeld kunnen noemen. Zij bestaat in de verwevenheid van beeldende elementen en is niet te ontrafelen in taal. Het is evocatieve betekenis, open en woordloos, maar desalniettemin betekenis. Het vlammende van het rood, het tere van het wit, het zachte van de huid, het aandoenlijke van het formaat, maar ook de stille energie van het monnikenwerk en de glimlach die wat stof gevangen in plastic tevoorschijn tovert – zij vormen de poëzie van het beeld. Zij bestaat bij de gratie van de kijker, die haar met zijn blik tot leven wekt en daarmee, al kijkend, aan het leven zelf verbindt.

Wat nu als de kijker zijn interpretaties en associaties achterwege laat en de werken gewoon zichzelf laat zijn: is er dan nog steeds sprake van een ‘meer’? Het antwoord schuilt in de wijze van waarnemen. De minimale, monochrome werken in Opaque Transparency nodigen uit tot een perceptie voorbij de interpretatie: tot een eenvoudig ontvangen wat er is, en ervaren dat precies hier het ‘meer’ zich bevindt. Het is het ‘mysterie der dingen’, waar Pessoa over spreekt. En het is waar

meester Sessan op doelt wanneer hij zegt: ‘Dit zijn zoals het is, en waaraan niets wonderbaarlijks is, dat is het grote wonder.’

Het weinige dat er in deze werken is te zien, laat zich niet vangen in de fuik van de voorstelling en de taal. Juist daarom bevatten de werken een oneindige ruimte, waarin de kijker ‘verwijlen’ kan. Ze zijn wat ze zijn: een stapel paneeltjes, gegoten plastic, papiertape op doek. Tegelijkertijd maken ze zich los van wat ze letterlijk zijn: ze maken het mysterie van het zichtbare ervaarbaar. Wat aanvankelijk ‘niets’ leek, blijkt te raken aan ‘alles’. Het is de poëtica van het beeld die dit mysterie een gedaante geeft: een vlammende, donkere, tere, zachte, grappige of stille. Zij geeft aan het ‘alles’ een menselijke maat en maakt het mogelijk ons eraan te verbinden. Zo komen we steeds dichterbij de betekenis van het ‘meer’. Het is het wonder van de aanwezigheid van de dingen, dat zich toont, wanneer we, voorbij de taal, de voorstelling en het denken, ons eenvoudig verhouden tot- en ons laten raken door wat zich voordoet.

In dit ons verhouden tot de zichtbare dingen, gebeurt nog iets anders. We komen niet alleen iets te weten over de dingen, maar ook over onszelf. Voor even zijn we bevrijd van onze praatjes, onze weetjes (zelfs van onze weetjes over kunst), onze oordelen en vooringenomenheden. We zijn met wat is – en wat is, spiegelt ons. Oog in oog met deze werken, zijn we al te menselijk én deel van iets wat groter is dan wijzelf: het ‘meer’. Deze dingen onder woorden brengen, is kwetsbaar. Beter erover te zwijgen – en het te ervaren, op een alledaagse maandagmiddag in Parijs, rechtstreeks uit de drukte van de metro en de haastige straten, in een galerie vol stille, aandachtige werken.

Opaque transparency is een prachtige titel voor de expositie. De werken zijn ‘opaak’: materieel, aanwezig. Ze zijn wat ze zijn. En tegelijk zingen ze zich los van hun materialiteit: ze zijn ‘transparant’. Ze dragen hun betekenis in wat er te zien is en tegelijkertijd ontstijgt deze aan dat wat er is te zien: ver achter alles en geduldig in de dingen aanwezig, mooier dan Rilke kunnen we het niet zeggen.

De materialiteit van de werken en hun transparantie, brengen ons bij wat in het leven ervaarbaar, maar niet benoembaar is: de zwijgende betekenis van de zichtbare dingen. Filosofen hebben zich het hoofd gebroken over het bestaansrecht van deze onzegbare betekenis. Voor kunstenaars is het geen vraag. Het telkens opnieuw ervaarbaar maken van het mysterie van het zichtbare is wat hen gaande houdt.


Janet Meester, Le Pavé d’Orsay, Parijs

january 2016


ParisCONCRET

IS OPAQUE TRANSPARENCY.DUTCH.pdf IS OPAQUE TRANSPARENCY.DUTCH.pdf
Size : 72.18 Kb
Type : pdf